
Het openbreken van liefde.
Afgelopen week werd ik getriggerd door de jeugd van nu. Eerst bij de supermarkt een jongen die zijn lege chocomelkflesje van zich afgooide en zich te stoer en te ‘gangster’ (zijn woorden) voelde om dit op te rapen en bij het afval te gooien. Een paar dagen later werd ik geraakt door een meisje met haar vriendinnen dat hier langs ons huis fietste en alleen maar zat af te geven op de wijk. Kut, Doornsteeg dit, Kut Doornsteeg dat, toen ik haar aankeek deed ze er nog een schepje boven op. Later fietsten ze weer terug over het fietspad, waarbij ik van allerlei scheldwoorden naar me toegevuurd kreeg. Beide voorvallen raakte me, even met woede, maar vervolgens vooral verdriet.
De boodschap van het leven
Nu geloof ik niet in toeval, ik geloof niet dat deze voorvallen op mijn pad kwamen zonder reden. Ze raken iets in mij, ze dragen een boodschap in zich, ze laten mij zien en schouwen, mij dieper afdalen naar dat wat mij beweegt. Het leven schenkt mij deze mogelijkheid om te ervaren, mij te voeden en waar te nemen. Waar te nemen wie ik ten diepste ben, waar te nemen wat er in mij beweegt.
En zo was het dat ik zakte, zakte in het verdriet wat dit in mij wakker maakte. Een jongen zo uit verbinding met de aarde, misschien wel boos op de aarde, teleurgesteld door de aarde. Ik weet het niet. Een meisje zo boos, zo boos op het leven, misschien wel teleurgesteld door het leven. Ik weet het niet. Het deed me teruggaan naar mijn puberteit. Was ik ook zo? Was ik ook boos? En zat er onder die boosheid een laag van verdriet en pijn?
Oh, ja echt wel. De aarde, het leven, het was totaal niet wat ik er van verwachte. Ik zag zoveel pijn, zoveel verdriet, ongelijkheid, onrecht. Ik had geen idee wat ik daar mee aan moest en het ging mij aan mijn hart. En ergens ontwikkelde ik een systeem om dit te kunnen dragen. Deze pijn, dit verdriet, deze ongelijkheid en dit onrecht. Een systeem om het leven dragelijk te maken, zodat ik kon functioneren in een maatschappij en een wereld zoals deze. En in plaats mijn verdriet de ruimte te geven om te laten stromen en volledig te ervaren besloot ik haar te dragen. Niet bewust, maar onbewust was dit de enige optie van overleven, kunnen meedraaien en functioneren.
En nu na al die jaren
En nu, zoveel jaren later is ze er nog steeds. Deze pijn en dit verdriet, dat de wereld niet is wat ik dacht dat ze zou zijn. De pijn en het verdriet van anderen die mij aan het hart gaat. Willen we niet allemaal leven in harmonie, vreugde en verbinding? Zijn we werkelijk zo afgesneden van onze kern, van ons hart en van elkaar? En ik merk dat ik haar nog steeds draag, dit verdriet van mij en daarbij ook het verdriet en de pijn van anderen.
Kan ik dit verdriet transformeren
Verdriet en pijn zijn niet om te dragen. Ze moeten stromen anders worden ze een last, een blokkade, een kruis die we dragen. Ze zijn niet van ons om te (vast te) houden, ze zijn van het leven zelf, ze zijn van het moment, ze zijn van zichzelf. Ze zijn de ogen waarmee wij ervaren, ze laten ons bewegen, ons voelen wie we ten diepste zijn. Verdriet laat ons openbreken, het is de liefde die openbreekt. En ja, dat doet pijn, ontzettend veel pijn, het gaat je aan je hart en het laat ons ervaren hoeveel liefde we in ons dragen.
Al dit verdriet, ze is niet langer om te dragen, ze mag stromen, stromen in liefde. Hoe, hoe kan ik het anders doen? Hoe kan ik functioneren in een wereld als deze zonder te verharden, zonder het verdriet te dragen en zonder er aan onderdoor te gaan. Hoe kan ik haar laten stromen zonder in een huilende massa te verdrinken? Heb ik de moed en de kracht om dit te doen? Mag ik af en toe in mijn verdriet verdrinken zonder dat ik zielig ben, maar gewoon omdat ze helemaal doorvoelt en ervaren wil worden? Kan ik haar mijn liefde schenken? Kan ik haar waarnemen voor wat ze werkelijk is, het openbreken van liefde?